蘭単語-名詞-4つのかたまりで覚える

Updated： Sep 14, 2025, 12:00:13 PM

オランダ語の日常でよく使われる名詞を4つずつの塊で覚えられるようにしました。

電車/トラム/地下鉄/バス	de trein/de tram/de metro/de bus
車/自転車/バイク/飛行機	de auto/de fiets/de motor/de vliegtuig
船/フェリー/港/橋	het schip/de veerboot/de haven/de brug
家/アパート/部屋/台所	het huis/het appartement/de kamer/de keuken
学校/大学/教室/図書館	de school/de universiteit/de klas/de bibliotheek
先生/学生/友達/同僚	de leraar/de student/de vriend/de collega
本/新聞/雑誌/ノート	het boek/de krant/het tijdschrift/het schrift
机/椅子/ベッド/ソファ	de tafel/de stoel/het bed/de bank
電話/コンピュータ/テレビ/カメラ	de telefoon/de computer/de televisie/de camera
時計/カレンダー/手帳/紙	de klok/de kalender/de agenda/het papier

服/靴/帽子/コート	de kleren/de schoenen/de hoed/de jas
パン/チーズ/卵/バター	het brood/de kaas/het ei/de boter
リンゴ/バナナ/オレンジ/ぶどう	de appel/de banaan/de sinaasappel/de druif
肉/魚/鶏肉/野菜	het vlees/de vis/de kip/de groente
スープ/サラダ/ご飯/パスタ	de soep/de salade/de rijst/de pasta
水/お茶/コーヒー/ビール	het water/de thee/de koffie/het bier
ワイン/牛乳/ジュース/コーラ	de wijn/de melk/het sap/de cola
皿/コップ/ナイフ/フォーク	het bord/het glas/het mes/de vork
スプーン/鍋/フライパン/冷蔵庫	de lepel/de pan/de koekenpan/de koelkast
店/スーパー/市場/レストラン	de winkel/de supermarkt/de markt/het restaurant

病院/薬局/医者/看護師	het ziekenhuis/de apotheek/de dokter/de verpleegkundige
薬/風邪/熱/頭痛	het medicijn/de verkoudheid/de koorts/de hoofdpijn
体/手/足/顔	het lichaam/de hand/de voet/het gezicht
目/耳/鼻/口	het oog/het oor/de neus/de mond
父/母/兄/姉	de vader/de moeder/de broer/de zus
子供/息子/娘/赤ちゃん	het kind/de zoon/de dochter/de baby
祖父/祖母/おじ/おば	de opa/de oma/de oom/de tante
夫/妻/恋人/友人	de man/de vrouw/de partner/de vriend
犬/猫/鳥/魚	de hond/de kat/de vogel/de vis
花/木/草/葉	de bloem/de boom/het gras/het blad

空/雲/太陽/月	de lucht/de wolk/de zon/de maan
雨/雪/風/嵐	de regen/de sneeuw/de wind/de storm
山/川/湖/海	de berg/de rivier/het meer/de zee
道/広場/公園/庭	de straat/het plein/het park/de tuin
都市/村/国/町	de stad/het dorp/het land/de plaats
仕事/会社/会議/上司	het werk/het bedrijf/de vergadering/de baas
お金/銀行/カード/財布	het geld/de bank/de kaart/de portemonnee
時間/日/週/月	de tijd/de dag/de week/de maand
年/朝/昼/夕方/夜	het jaar/de ochtend/de middag/de avond/de nacht
春/夏/秋/冬	de lente/de zomer/de herfst/de winter

言葉/文/単語/会話	het woord/de zin/het woord/de conversatie
質問/答え/意見/説明	de vraag/het antwoord/de mening/de uitleg
音楽/歌/ピアノ/ギター	de muziek/het lied/de piano/de gitaar
映画/劇場/舞台/俳優	de film/het theater/het toneel/de acteur
写真/絵/本/詩	de foto/het schilderij/het boek/het gedicht
スポーツ/サッカー/テニス/水泳	de sport/het voetbal/de tennis/het zwemmen
試合/選手/観客/応援	de wedstrijd/de speler/de toeschouwer/de steun
旅行/ホテル/観光/切符	de reis/het hotel/het toerisme/het kaartje
空港/駅/停留所/地図	de luchthaven/het station/de halte/de kaart
荷物/かばん/パスポート/チケット	de bagage/de tas/het paspoort/het ticket

朝ごはん/昼ごはん/晩ごはん/おやつ	het ontbijt/de lunch/het avondeten/het tussendoortje
砂糖/塩/胡椒/油	de suiker/het zout/de peper/de olie
机/ドア/窓/壁	de tafel/de deur/het raam/de muur
床/天井/階段/エレベーター	de vloer/het plafond/de trap/de lift
鍵/ドアベル/手紙/封筒	de sleutel/de bel/de brief/de envelop
電話番号/住所/名前/誕生日	het telefoonnummer/het adres/de naam/de verjaardag
色/赤/青/緑	de kleur/rood/blauw/groen
靴下/ズボン/シャツ/スカート	de sokken/de broek/het shirt/de rok
手袋/マフラー/眼鏡/時計	de handschoenen/de sjaal/de bril/het horloge
カバン/リュック/財布/スーツケース	de tas/de rugzak/de portemonnee/de koffer

パン屋/肉屋/花屋/本屋	de bakker/de slager/de bloemist/de boekwinkel
薬/注射/検査/診察	het medicijn/de injectie/de test/het onderzoek
先生/授業/宿題/試験	de leraar/de les/huiswerk/het examen
机/椅子/黒板/チョーク	de tafel/de stoel/het bord/het krijt
図書館/本/雑誌/新聞	de bibliotheek/het boek/het tijdschrift/de krant
大学/学部/講義/学生	de universiteit/de faculteit/het college/de student
研究/論文/データ/結果	het onderzoek/de scriptie/de gegevens/het resultaat
机/コンピュータ/資料/ノート	de tafel/de computer/de documenten/het schrift
メール/メッセージ/電話/会話	de e-mail/het bericht/de telefoon/de conversatie
会議/議題/意見/結論	de vergadering/de agenda/de mening/de conclusie

たろ

Flag post / Block